woensdag 18 april 2012

Verkoop joodse bezittingen houdt gemoederen bezig

De laatste tijd ben ik in de roofbank Liro gedoken. Zie ook de blogpostings Effectenroof en bloedgeld en Duitse roofbank in Amsterdam.

Nu stuitte ik op een ANP bericht uit 1997 (de vorige eeuw inderdaad) met als titel Verkoop joodse bezittingen houdt gemoederen bezig. Hierin een opmerkelijke onderdeel, namelijk:

Ruim de helft van de Nederlanders (54 procent) vindt dat de rol van de overheid na de oorlog ten opzichte van de joodse gemeenschap via een parlementaire enquête moet worden onderzocht. Eenderde van de bevolking is tegen een dergelijk onderzoek. Dat blijkt uit een steekproef door het bureau InterView in opdracht van het actualiteitenprogramma MiddagEditie.

Bijna de helft van de ondervraagden (41 procent) vindt dat de Nederlandse overheid destijds niet goed heeft gehandeld, 16 procent meent dat de joden wel goed zijn behandeld en 37 procent weet het niet. Volgens de tegenstanders is het allemaal te lang geleden. Sommigen zijn bang dat een parlementaire enquête allerlei ellende oprakelt, anderen vinden het te duur.
De wens is niet uitgevoerd, aldus Wikpedia als onderzoek of als enquête. Houdt het de gemoederen nu nog steeds bezig, of vinden we dat parlementaire enquêtes voor andere doeleinden dienen? Smoezen dat het te lang geleden is, gaan in mijn ogen niet op. Geld zal het wel degelijk kosten, maar gaat het in feite niet om dat oneigelijk verkregen (bloed)geld?

Geen opmerkingen:

Een reactie posten