donderdag 26 april 2012

Mijn blinde geloof in gerechtigheid

Zoals ik eerder op mijn blog schreef, leidt een zwarte bladzijde in de geschiedenis in Nederland vaak niet tot veel ophef. Hoe het komt? Waren we te druk met de wederopbouw? Wilden we liever alles vergeten en opnieuw beginnen?

'Eerlijk duurt het langst,' zegt het spreekwoord. Een waarheid als een Hollandse koe. Uiteindelijk hebben ook de erfgenamen van kunsthandelaar Goudstikker hun bezittingen terug gekregen, waaronder het prachtige werk Portret van een vrouw.

Dit alles ging niet vanzelf. Het heeft zeker zestig jaar geduurd voordat de overheid de kunstcollectie terug gaf aan de wettige eigenaren. Zestig jaar. Best lang, niet waar? Jacques Goudstikker leefde toen al niet meer.

Kijk, als niemand er werk van had gemaakt, dan was het waarschijnlijk nooit gebeurd. Dan waren we dit allemaal vergeten en was het een verzonken verhaal geworden, een vergeten bladzijde van een vergeten geschiedenisboek. Maar mede dankzij onderzoeksjournalisten als Pieter den Hollander, heeft het recht toch gezegevierd. In februari 2006 besloot de regering om 202 meesterwerken terug te geven aan de nabestaanden van Jacques Goudstikker.

Het zijn dit soort zaken die mij inspireren. Om blind te blijven geloven in gerechtigheid. Want alleen met blind geloof kun je een machtig orgaan als de overheid overtuigen om het goede te doen. Het gaat mij niet om de naam: Occupy, Fluwelen revolutie, het boeit me niet hoe je het noemt. Het gaat er mij alleen om dat mensen die niet meer kunnen spreken een stem krijgen en dat recht zegeviert.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten