donderdag 12 april 2012

Duitse roofbank in Amsterdam

En nog meer bewijs voor bloedgeld. Dit keer over een Duitse roofbank in Amsterdam. Deze was verantwoordelijk voor de roof van joodse tegoeden en bezittingen tijdens de Tweede Wereldoorlog.

De oorspronkelijke naam van de Liro was de Lippmann Rosenthal-bank.

De Liro was een joodse bank en de eerste die door de Duitsers geliquideerd werd. De bezetter opende in de Sarphatistraat een eigen bank onder dezelfde naam. Joden moesten hier vanaf 1941 hun bezittingen inleveren. Voor de buitenwereld bleef het een gewone bank; mensen werden aangemoedigd hun spullen hier te deponeren. Later moesten ook andere banken hun joodse tegoeden naar de bank overhevelen.
Professor I. Lipschitz heeft onderzoek gedaan naar de omvangrijke roof vanaf de jaren negentig van de vorige eeuw. Rond 1990 komt de bank in opspraak wegens de samenwerking met de nazi’s en het verdoezelen van kunstwerken. Als blijkt dat de bank behoorlijk heeft verdiend aan de kunstroof en de joodse tegoeden komt de Liro-affaire op gang.

Lange tijd is net gedaan alsof alle Liro-archieven tijdens de oorlog verdwenen zijn, maar toch komen er steeds meer boven water. Bekend wordt dat een deel van de joodse bezittingen in de jaren zestig onderhands door ambtenaren van Financiën verkocht zijn.
Het onderzoek naar de precieze omvang van de transacties binnen de Liro-bank is moeilijk. Vele joden hebben de oorlog niet overleefd en het is onbekend hoeveel er precies ontvreemd is. Onderzoek is onder meer gedaan door de commissies Ekkart, Kordes, Scholten en van Kemenade. In zijn boek De kleine sjoa beschrijft de eerder genoemde Isaac Lippschits de manier waarop de Liro-bank Joodse Nederlanders van hun bezittingen wist te ontdoen.

BRON: http://www.vecip.com/default.asp?onderwerp=717

Geen opmerkingen:

Een reactie posten