dinsdag 24 april 2012

Waarom geen parlementaire enquête?

Mijn timing had niet slechter gekund; het parlementaire journaille vragen naar de reden waarom er nooit een vorm van onderzoek naar de verkoop van joodse bezittingen is gekomen (want zoals ik gevonden had, had in 1997 50% van de Nederlanders behoefte naar parlementair onderzoek naar de verkoop van joodse bezittingen). Het liefst in de vorm van een intensieve parlementaire enquête natuurlijk. De Commissie Bloedgeld klinkt lekker zwaar. Ik ben voor!

Afgelopen donderdag (19 april 2012; toen we in Nederland nog afstevenden op een Catshuis akkoord) heb ik toch wat van een antwoord gekregen.

Via de attent reagerende @DominiqueHeyde (de enige journalist in Den Haag die afgelopen donderdag tijdens alle Cathuis beslommeringen tijd vond om vragen te beantwoorden) kwam ik bij @mennodebruyne terecht. Daarbij ook haar tip: “die vraag kan je beter aan een Kamerlid stellen of aan iemand met veel historische parlementaire kennis”. De antwoorden van Menno de Bruyne kwamen snel, via DM.

Vermoedelijk omdat er geen politieke belangstelling voor was. Het middel van de parlementaire enquête is sinds de jaren '50 tot voor in de jaren '80 niet gebruikt. Kwam gewoon niet in de hoofden op en was ook veel werk. Nu zou zoiets altijd nog gebeuren, en er zijn ook minder zware middelen dan een parlementaire enquête.
Mijn voornemen om Kamerleden te benaderen hiervoor is op dit moment nogal lastig uit te voeren gezien de actualiteit. Goed, een perfecte timing om dergelijke zaken te agenderen is er eigenlijk ook niet. We gaan gewoon door.

Feit blijft wel dat het vreemd is dat de zoveelste zwarte bladzijde uit de vaderlandse geschiedenis niet tot veel ophef heeft geleid.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten