vrijdag 4 mei 2012

Kopgeld is ook Bloedgeld


Het Bevrijdingsmuseum had ik de vraag (via Twitter) gesteld of het niet eens tijd is om als natie #bloedgeld toe te geven? En daarbij de link naar mijn blogpost Laten we eerlijk zijn: bloedgeld was overal.

Ze stuurden het antwoord (waarvoor dank): Belangrijke vraag. Recent sprak Ad van Liempt bij ons over de rol van de NL politie bij de Jodenjacht. En vervolgens nog een tweet: Ad van Liempt is uiteraard ook bekend van het boek Kopgeld over dit thema en sprak hier ook in het Bevrijdingsmuseum over.

Natuurlijk ken ik Ad van Liempt en zijn werk. Goed werk.

Maar dat doet niet iedereen. Want het gaat niet over heldenmoed van het verzet. Het gaat over fouten die gemaakt zijn. Grote fouten.
De beschrijving van het boek Kopgeld is als volgt:
Begin maart 1943, wanneer de jodendeportaties in Nederland enige stagnatie vertonen, besluit de Duitse bezetter het premiewapen in te zetten. Een groep van dertig, later vijftig, Nederlandse collaborateurs wordt vrijgesteld voor de betaalde jodenjacht. De leden van de Colonne Henneicke, zo genoemd naar de leider ervan, krijgen zeven gulden vijftig per ingeleverde jood.

Op deze manier hebben de Nederlandse jagers tussen de 8000 en 9000 slachtoffers opgespoord van wie de meesten via de Hollandsche Schouwburg en kamp Westerbork in de vernietigingskampen terecht kwamen.

Kopgeld van Ad van Liempt is een verbijsterend en adembenemend boek, vol onbekende feiten en huiveringwekkende details. Het schetst een beklemmende wereld: gewone Nederlandse mannen, maatschappelijk mislukt, bleken bereid uit zucht naar macht en welstand hun joodse landgenoten uit te leveren aan de Duitsers. Even nuchter als genadeloos reisden ze door het land en arresteerden mannen en vrouwen, en kinderen van twee, drie jaar oud.

De wellicht zwartste bladzijde uit onze geschiedenis wordt door Ad van Liempt tastbaar dichtbij gebracht.
Die wellicht zwartste bladzijde moet eigenlijk nog zwarter gekleurd worden. Want zoals ik via deze blog en met mijn onderzoek probeer duidelijk te maken is er veel meer aan de hand geweest.

De lezing in het Bevrijdingsmuseum over de rol van de Nederlandse politie bij de Jodenjacht heeft als beschrijving:
In de nacht van 9 op 10 november 1938 werd het dieptepunt bereikt van de vooroorlogse rassenhaat in Nazi-Duitsland. Wat volgde was de volkerenmoord tijdens de Tweede Wereldoorlog, waarbij de nazi’s het behalve op Joden, ook gemunt hadden op o.a. homosexuelen, zigeuners, geestelijk gehandicapten en politieke tegenstanders.
Tijdens de Tweede Wereldoorlog was het opsporen en arresteren van ondergedoken Joden in Nederland voor een belangrijk deel het werk van de Nederlandse politie. Veel rechercheurs deden dit werk met grote overtuiging en volledige inzet, zo blijkt uit nieuw en baanbrekend historisch onderzoek.

Bestudering van de strafdossiers van meer dan 250 politieagenten die zich met het arresteren van Joden hebben beziggehouden, leidde tot uitgesproken schokkende resultaten. Binnen de Nederlandse politie bleken groepen actief die alle trekken hadden van een criminele organisatie. De betrokken agenten mishandelden, stalen, roofden, en verkrachtten. En bovenal: ze joegen vele duizenden Joden de kampen en de dood in. Sommigen bleken zulke fanatieke Jodenjagers dat het zelfs de Duitse bezetter te gortig werd. Van Liempt is niet bepaald genadig in zijn kwalificaties. Hij zal in zijn lezing ook ingaan op de specifieke situatie in Nijmegen. Deze stad telde in 1940 nog 544 Joden. Na de oorlog waren er nog 26 over. De meesten waren weggevoerd naar de vernietigingskampen.
We weten dat er dingen zijn gebeurt waar we niet trots mogen zijn. Om het maar even zwaar eufemistisch uit te drukken. Kopgeld hoort daar ook bij. Net als de betrokkenheid van de politie in de Jodenjacht. Donkerpaars schaamrood op de kaken, pek en veren en ga zo maar door. De waarheid moet boven tafel, want er is veel meer dat verstopt of eigenlijk weg gestopt wordt. En dat al veel te lang!

Geen opmerkingen:

Een reactie posten