zaterdag 3 maart 2012

Slagerij van Kampen



Geweldige percussieband met een geweldige naam: Slagerij van Kampen. Ik heb ze en keer live zien optreden en dat was helemaal fantastisch. Die passie, het ritme van de slagen, een oer-gevoel. De naam van de band komt uit de Kuifje-strip “De zaak Zonnebloem”. Gedurende het hele verhaal bellen mensen naar kasteel Molensloot omdat ze willen spreken met "slagerij van Kampen" (een slagerij uit het dorp).

Kampslagers
Het heeft helemaal niets te maken met (kamp)slagers of (concentratie)kampen. Toch moest ik bij het lezen van een opmerkelijk voorval uit de oorlog denken aan de naam Slagerij van Kampen. Omdat het een verhaal is over twee slagers: een joodse en een niet-joodse.

Beek
Het verhaal gaat over de burgemeester van het Limburgse Beek die na de bevrijding te maken kreeg met een duivels dilemma. Het dorp was in oktober 1942 plat gebombardeerd. Veel huizen waren totaal verwoest door brand, waaronder het pand van de lokale slager. Met toestemming van het gemeentebestuur betrok de slager het pand van een collega-slager van Joodse afkomst die uit angst voor de Duitsers was ondergedoken.

Na de bevrijding meldde de joodse slager zich weer en wilde, hoe kon het ook anders, zijn slagerij terug. De gemeente Beek wist niet goed wat te doen en duidelijke richtlijnen van de overheid waren er niet. Moesten ze de niet-joodse op straat zetten, terwijl er geen zicht was op een mogelijke herbouw van zijn eigen slagerij?

Als het mijn slagerij was zou ik die andere slager met slagersmessen of drumsticks (lees: kippenpoten) te lijf gaan, maar als je daarin niet gesteund wordt door de overheid, wat dan? Dan speel je in feite voor eigen rechter, terwijl je wel in je recht staat. En dat voelt dan weer heel onrechtvaardig. Het zijn dit soort zaken waardoor joden na de oorlog het gevoel hadden dat de overheid zich ‘kil’ opstelde. Eigenlijk verdient de burgemeester van Beek met terugwerkende kracht een vrachtwagenlading rauw slachtafval over zich heen.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten